Hydroxyethylcellulose in de breekvloeistof bij olieboringen
Hydroxyethylcellulose (HEC) is een in water oplosbaar polymeer dat vaak in de olie- en gasindustrie wordt gebruikt als verdikkingsmiddel en viscositeitsverhogend middel in breekvloeistoffen. Breukvloeistoffen worden gebruikt bij hydraulisch breken, een techniek die wordt gebruikt om olie en gas uit schaliesteenformaties te winnen.
HEC wordt aan de breekvloeistof toegevoegd om de viscositeit ervan te verhogen, wat helpt om steunmiddelen (kleine deeltjes zoals zand of keramische materialen) in de breuken te transporteren die in het schaliegesteente zijn ontstaan. De steunmiddelen helpen de breuken open te houden, waardoor de olie en het gas gemakkelijker uit de formatie in de put kunnen stromen.
HEC heeft de voorkeur boven andere soorten polymeren omdat het stabiel is bij hoge temperaturen en drukken, die voorkomen tijdens het hydraulische breekproces. Het heeft ook een goede compatibiliteit met andere chemicaliën die vaak worden gebruikt in breekvloeistoffen.
HEC wordt beschouwd als een relatief veilig additief in breekvloeistoffen, omdat het niet giftig en biologisch afbreekbaar is. Zoals elke chemische stof moet het echter op de juiste manier worden gehanteerd en afgevoerd om negatieve gevolgen voor het milieu te voorkomen.
Posttijd: 21 maart 2023